Mijn recept voor een aardbeienslof is langzaam gegroeid. Na een aantal varianten met de vulling ben ik uitgekomen op een mengsel van amandelspijs en gele room. Ik heb ook alleen gele room geprobeerd, frangipane en nog wat varianten, maar uiteindelijk vind ik dit zelf de lekkerste.
Als je nou geen Zeeuwse bloem kunt vinden kun je ook patentbloem gebruiken hoor, je bodem wordt dan iets anders van structuur. En als je niet zelf je gele room wil maken dan kun je dat ook uit een zakje aanmaken. Hé, het is jouw slof, dus leef je lekker uit!
Aardbeienslof
Ingrediënten:
Bodem:
100 gram witte basterdsuiker
200 gram zachte roomboter
½ ei, losgeklopt
½ theelepel citroenrasp
snufje zout
6 gram bakpoeder
300 gram Zeeuwse bloem (te koop bij je lokale molen)
Vulling:
150 gram amandelspijs
½ ei, losgeklopt
½ theelepel citroenrasp
gele room (recept vind je hier)
Versiering:
aardbeien
4 eetlepels abrikozenjam
Extra:
slofring, bakplaat, bakmatje of bakpapier, deegroller, 2 houten latjes 5 mm dik, taartrooster, pannetje en kwastje
Bereiding:
Eerst maken we het deeg voor de bodem.
Meng de basterdsuiker en de boter goed door elkaar, dit kan met een mixer, maar ook met een houten lepel, roer er dan het ei, de citroenrasp en het zout doorheen.
Meng er vervolgens kort de bakpoeder en de bloem doorheen.
Als je een samenhangend deeg heb, pak je het in en plasticfolie en laat je het een uur of meer opstijven in de koelkast.
Verwarm je oven voor op 175°C.
Rol na het rusten het deeg uit tot een plak van zo’n 5 mm dikte. Ik doe dat tussen plasticfolie en gebruik twee houten latjes om de goede dikte te krijgen.
Leg een bakmatje of bakpapier op de bakplaat. Vet de slofring in met boter of spuit hem in met bakspray.
Steek met de slofringvorm de bodem uit de plak deeg.
Zet de slofring op de bakplaat en leg hier de uitgestoken bodem in.
Snij uit de rest van de deegplak lange stroken van zo’n 2 cm. En zet deze in de slofring, dit is de zijkant van je slof.
Als het deeg scheurt of breekt, geen probleem, daar zie je na het bakken helemaal niets meer van. Gewoon weer tegen elkaar duwen. Je zult deeg overhouden, dit kun je invriezen voor de volgende keer, of gewoon weggooien.
Zet dit alles even in de koelkast terwijl je de vulling maakt.
Doe de amandelspijs in een schaal en doe er de citroenrasp en het ei bij, kneed goed door. Als het te stijf blijft kun je het wat slapper maken met een beetje water. Je wilt een soepele bal hebben.
Roer de gele room los en doe ongeveer een zelfde hoeveelheid bij de spijs.
Meng de room en spijs goed door elkaar.
Doe de vulling in een spuitzak, dat maakt het vullen van de bodem een stuk makkelijker. Heb je geen spuitzak? Je kunt het er ook gewoon inscheppen hoor.
Spuit de vulling in de bodem.
Strijk met de bolle kant van een lepel, die je even nat hebt gemaakt, de vulling glad.
Bak het geheel in zo’n 20-30 minuten goudbruin. Ik bak dit meer op het oog dan op temperatuur. Dus na 20 minuten even uit de oven halen en de ring iets optillen, als de kleur goed is mag hij eruit en anders na 5 minuten weer kijken net zolang tot hij goed is.
De bakplaat op een taartrooster zetten en de slof zo helemaal laten afkoelen, na een minuut of 10 de slofring er afhalen.
Warm de abrikozenjam zachtjes op in een pannetje.
Halveer de aardbeien en verdeel ze over de bovenkant.
Bestrijk de hele bovenkant met de dun geworden abrikozenjam.
Bewaar de slof in de koelkast.
2 Reacties
Bert
zondag, 29 juni 2014 at 10:26 amSuper recept, lijkt me heerlijk.
Alleen dat bewaren in de koelkast????? Dat doet niemand 🙂
Felix
maandag, 18 mei 2015 at 6:35 pmTop recept!
Bedankt.